Belgische offshore windparken waarschijnlijk op dezelfde exportkabel

De toekomstige Belgische offshore windparken Northwind –dat tot voor kort onder de naam Eldepasco bekend was– en Belwind II krijgen waarschijnlijk een gezamenlijke 240 kV wisselstroomkabel naar land. Dat zegt directeur Frank Coenen maandag tegen Energeia.

“De kans is 80%”, schat Coenen, “de grootste onzekerheid is van technische aard: een dergelijke drie-aderige kabel van 50 kilometer lengte is nog niet eerder op de zeebodem gelegd. Er zijn verschillende bedrijven geïnteresseerd in de klus, maar zij moeten de kabel eerst nog ontwerpen.” Maar, zo beweert Coenen, “de beslissing wordt op zeer korte termijn genomen”.

De optie die de grootste kans heeft is een kabel van land naar het hoogspanningsstation van Northwind en vandaar 10 kilometer verder naar het station van Belwind II. “Dit zou een aanzienlijke verhoogde efficiëntie betekenen ten opzichte van een situatie van twee exportkabels naar land”, aldus Coenen. Hoe groot ‘aanzienlijk’ is, kan Coenen niet zeggen. “Daarvoor is het nog te vroeg.” Coenen voegt er aan toe dat de conventionele oplossing, van twee keer een eigen 150 kV-kabel naar land, ook nog “op tafel ligt”.

Vorig jaar lieten aandeelhouders Electrawinds en Depret zich uitkopen uit windpark Eldepasco, dat vanaf dat moment nog gedragen werd door Colruyt (67%) en Aspiravi (33%). De naam Eldepasco is een samenvoeging van de eerste letters van de vier bedrijven die het project begonnen. “Maar nu er nog twee over zijn, is Eldepasco geen goede naam meer. Daarom hebben we gekozen voor Northwind”, zegt Coenen. In februari maakten de overgebleven aandeelhouders ook bekend dat Frank Coenen, met zijn bedrijf Incontrol, de dagelijkse leiding zou nemen over het project. Coenen was eerder verantwoordelijk voor de bouw van Belwind I. Coenen voert ook het bewind over Belwind II. Hij vindt het logisch dat er met de twee parken gestreefd wordt naar synergie. “Niet alleen met techniek, maar ook op het gebied van werknemers en financiering.”

Volgens Coenen zijn Northwind en Belwind II straks goed voorbereid voor de verdere ontwikkeling van het onderzeese hoogspanningsnet, waarbij alle acht offshore windparken in de Belgische wateren op elkaar kunnen worden aangesloten. “Hoogspanningsnetbeheerder Elia wil ook met 240 kV wisselstroom gaan werken.” Tenminste, indien besloten wordt dat Elia verantwoordelijk wordt voor het net op zee. “Het is nog niet geheel duidelijk of Elia het moet doen.”

Northwind wordt gebouwd op de Bank Zonder Naam en krijgt een vermogen van 216 MW. De molens van Belwind II staan straks met hun voeten in het zand van de Bligh Bank en leveren 165 MW.

Het initiatief van Belwind en Northwind om hun parken te koppelen is een eerste kleine stap in de richting van een zogenaamd supergrid op de Noordzee, waarbij nationale windparken geclusterd zijn. Deze clusters zijn vervolgens onderling ook weer verbonden met hoog spanningskabels op de bodem van de zee. Zo ontstaat één groot internationaal netwerk. Jan Declerq, van lobbyclub Friends of the Supergrid, schetste donderdag op de Navingo Offshore Wind Installation & Maintenance Conferentie in Rotterdam hoe de verschillende ontwikkelingsstadia van zo’n supergrid (zie figuur) er uit zien. Hij zegt over het Belgische initiatief: “Daar zit veel logica in.” Overigens is het volgens Declerq niet het enige koppelingsproject. “Ook in Nederland en Engeland zijn gesprekken gaande tussen verschillende partijen.” Er zijn echter behoorlijk wat technische en wettelijke belemmeringen. Allemaal wel op te lossen, volgens Declerq, alleen vindt men het vaak moeilijk “het stukje onafhankelijkheid op te geven”.

 

Bron: Energeia, 6 juni 2011

Foto: EIB