Conservering IJsselkogge gestart in Batavialand

Vandaag zijn de werkzaamheden voor het conserveren van het wrak van de IJsselkogge gestart in Batavialand. Begin 2016 is het 20 meter lange handelsschip uit de IJssel bij Kampen gehaald. De lichting van het wrak is mogelijk gemaakt door een nauwe samenwerking van Rijkswaterstaat, de gemeente Kampen, ADC ArcheoProjecten, Batavialand en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Het schip is vlak voor de oude haven van Hanzestad Kampen gevonden tijdens werkzaamheden voor het project van Rijkswaterstaat Ruimte voor de Rivier. In oktober 2017 is het conserveringsbesluit ondertekend door Programmadirecteur Ruimte voor de Rivier van Rijkswaterstaat Martin Hoenderkamp en directeur Susan Lammers van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Begin 2018 is het dak van het conserveringsstation onherstelbaar beschadigd door een zware westerstorm. In afwachting van vervanging zijn de werkzaamheden aangepast en uitgesteld. Met een nieuw dak en noodzakelijke aanpassingen aan het conserveringsstation kan de conservering van de IJsselkogge beginnen.

Het conserveringsproces

Houten schepen en voorwerpen die  eeuwenlang in de bodem liggen zijn verzadigd met water. Het is belangrijk dat het hout nat blijft tot de conserveringsbehandeling begint. Als het water niet natgehouden wordt gaat het hout krimpen, scheuren en vervormen. De conservering van de IJsselkogge gebeurt door impregnatie met polyethyleenglycol (PEG). Dit is een wasachtige substantie, die de plaats van het water in de houtcellen overneemt. Hierdoor blijft het hout gezwollen en in vorm.

Conserveringsproces van 6 jaar

Het conserveringsproces duurt ongeveer 6 jaar. De eerste drie jaar wordt gesproeid met verschillende concentraties PEG en aansluitend wordt de IJsselkogge gecontroleerd gedroogd. Er wordt voortdurend gemonitord of het proces goed verloopt en of er aanpassingen nodig zijn.

Koggeschepen uit de 13e tot 15e eeuw

Koggeschepen zijn belangrijk geweest in de bloei van het Hanzenetwerk. In de 13de tot 15de eeuw hadden de Hanzesteden een bloeiende handel met de gebieden in de Noord- en Oostzee. Door het ontstaan van grotere steden in de Middeleeuwen ontstond een grotere behoefte aan allerlei handelswaar, maar vooral aan graan. Deze bulkgoederen werden over water vervoerd. Door de groeiende markt hadden de handelaars behoefte aan een groot schip dat goedkoop en vlot te bouwen was: de kogge.