Dringend stageplaatsen voor studenten zeevaartschool gezocht

De instroom in het Nederlandse zeevaartonderwijs is de afgelopen jaren flink toegenomen (64% in de periode 2008-2014). Op 1 augustus 2015 moeten 519 studenten beginnen aan hun stage, zowel nautisch als technisch.

De studenten aan de zeevaartopleidingen zijn de toekomstige werknemers voor de gehele maritieme cluster: aan boord van de schepen en daarna, na korte of langere tijd op zee, vervolgt het merendeel hun carrière bij bedrijven in de maritieme cluster aan de wal. De koopvaardij wordt niet voor niets de kraamkamer voor het human capital in de maritieme cluster genoemd.

Waar de studenten van de zeevaartscholen tot een aantal jaren geleden zonder problemen stageplaatsen konden vinden, dreigt dit nu helaas voor circa 100 studenten mis te gaan lopen. Om te voorkomen dat deze studenten een forse studievertraging oplopen of hun studie niet kunnen afmaken, roept Nederland Maritiem Land de branches en bedrijven op voor medewerking.
Voor deze circa 100 MBO- en HBO-studenten zoeken de scholen nog een stageplaats aan boord van een zeeschip dat voldoet aan de volgende eisen:
• Minimum vermogen van 750kW;
• Begeleiding aan boord door een stuurman en/of een werktuigkundige
• Voor MBO-studenten: erkenning als leerbedrijf*

* Als uw bedrijf nog niet is erkend: een erkenning is eenvoudig en kosteloos te verkrijgen en NML kan u daarbij ondersteunen.

Ook schepen onder niet-Nederlandse vlag zijn geschikt om stagiairs op te plaatsen en de begeleiding aan boord kan door officieren met een niet-Nederlandse nationaliteit plaatsvinden. Het takenboek is zowel in het Engels als het Nederlands. De stageperiode aan boord duurt in totaal 300 dagen en afhankelijk van de opleiding wordt de stage in één of twee perioden gelopen.

Alle bedrijven die zeeschepen exploiteren kunnen een bijdrage leveren! Als alle zeevaartschoolstudenten hun zeestage kunnen lopen, kunnen zij daarna aan de slag als maritieme professional in de maritieme cluster.

Voor meer informatie, neem contact op met het Henriëtte Schreuders van de KVNR.