Financiele bijdrage afvalinzameling door binnenscheepvaart na 1 juli geprolongeerd

Duurzaamheid

De opslag op havengelden voor afvalinzameling en de bijdrage voor bilgewater blijven ongewijzigd tot 1 januari 2011. Het opschorten van de inwerkingtreding van deel A van het Scheepsafvalstoffenverdrag van 1 juli 2010 tot 1 januari 2011 maakt dit noodzakelijk.

Deel A van het Scheepsafvalstoffenverdrag betreft de verzameling, afgifte en inname van olie- en vethoudend scheepsbedrijfsafval. Onder deel A valt ook de invoering van de verwijderingsbijdrage die binnenvaartschippers moeten betalen: €7,50 per 1000 liter getankte gasolie.

Onlangs is besloten om de inwerkingtreding van deel A op te schorten tot 1 januari 2011. Daarom betalen schippers tot die datum nog volgens de oude regeling.

Wat betekent dit voor schippers?

– Op 1 januari 2011 treedt het nieuwe betaalsysteem van deel A van het Scheepsafvalstoffenverdrag in werking. De schipper betaalt dan met de Ecocard een verwijderingsbijdrage van €7,50 per 1000 liter gebunkerde gasolie.
– Op 1 januari 2011 vervallen de opcenten op de havengelden voor afvalinzameling en de bijdrage voor bilgewater.

Tussen 1 juli 2010 en 1 januari 2011 geldt het volgende:

– De 5% opcenten op de havengelden voor afvalinzameling worden gehandhaafd tot 1 januari 2011.

– Vanaf 1 augustus betalen schippers de bijdrage bilgewater (€ 0,02 per liter ingeleverd bilgewater) elektronisch met behulp van een betaalterminal, Ecocard en Ecorekening. Hierdoor kan ervaring worden opgedaan met dit betaalsysteem, dat per 1 januari 2011 gebruikt zal worden voor de betaling van de verwijderingsbijdrage via de getankte gasolie.

– Schippers die in Nederland bilgewater wensen af te geven dienen dus uiterlijk op 1 augustus in bezit te zijn van een internationale Ecocard. Deze is te verkrijgen bij de Stichting Afvalstoffen en Vaardocumenten Binnenvaart (SAB), tel 010-412 95 44, www.sabni.nl.

– Tot 1 augustus betalen schippers geen bijdrage voor bilgewater wegens het overgaan van het ene systeem naar het andere.

Bron: Rijkswaterstaat, 02-07-2010;