Kustwacht: Toenemende druk(te) op de Noordzee

Het is een feit dat de druk op de Noordzee toeneemt. Was er vroeger alleen sprake van scheepvaart en visserij op de Noordzee, in de loop der jaren zijn de gebruiksfuncties van en op de Noordzee meer en meer uitgebreid. Jan Ricken, Hoofd Nautisch Beheer, evalueert.

Eind 1960, begin 1970 streek de Offshore (mijnbouw) industrie neer in de Noordzee. Er werd seismiek geschoten, geboord en al snel werden diverse gas- en later ook enkele olievelden aangetroffen en in productie genomen. Het in de loop der jaren toenemende aantal mijnbouwinstallaties op de Noordzee (in 2010 +/- 120 installaties) zorgden naast diverse werkschepen ook voor een flinke toename van de supplyvaart van en naar deze installaties.

Daarnaast werden stukken zeegebied aangewezen voor zandwinning. Hopperzuigers vervoeren zand vanuit deze zeegebieden naar de wal ten behoeve van bouwprojecten op het land, maar ook voor strand- en/of kust- of vooroever-suppleties. Er kwamen ook militaire oefengebieden waar met enige regelmaat gebruik van wordt gemaakt.

Kriskras door de Noordzee werden en worden pijpleidingen voor het transport van olie en gas geïnstalleerd en leggen en onderhouden kabelschepen bestaande en nieuwe telefoon- en elektriciteitskabels. Ook de recreatievaart op de Noordzee neemt sinds de tachtiger jaren gestaag toe. In eerste instantie voer men dicht onder en langs de kust, maar veel zeezeilers wagen zich vandaag de dag ook aan een oversteek van de Noordzee, bijvoorbeeld van Nederland naar Engeland of andersom. Recentelijk heeft ook de bouw van windturbineparken op de Noordzee haar intrede gedaan. Wederom geeft dit een toename van scheepvaartverkeer door de inzet van schepen betrokken bij de bouw en het onderhoud van deze parken.

Al met al hebben deze gebruiksfuncties van de Noordzee geleid tot een behoorlijke toename van het totale scheepvaartverkeer op de Noordzee, terwijl gelijktijdig de beschikbare (vaar)ruimte in de loop der jaren is afgenomen. Dit in combinatie met de schaalvergroting in de koopvaardij en het besef dat, hoewel momenteel redelijk stabiel, in de toekomst het aantal schepen toch weer zal gaan toenemen en ook de bouw van met name windturbineparken zich verder zal gaan ontwikkelen naast mogelijk andere nu nog onbekende gebruiksfuncties, geeft aan dat de ruimtelijke druk op de Noordzee alleen maar verder zal toenemen.

Wat is de impact van al deze ontwikkelingen op met name de veiligheid van het scheepvaartverkeer? Wat zijn de risico’s die deze ontwikkelingen met zich meebrengen? En hoe gaan we als overheid met deze ontwikkelingen om? Veel vragen waar ook veel antwoorden op zijn gegeven en te geven en waar ook diverse factoren hun invloed op hebben.

Belangrijk is een stuk ruimtelijke ordening op de Noordzee. Middels het Nationaal Waterplan wordt hier invulling aan gegeven. Eenvoudig is dat echter niet. Door alle gebruiksfuncties die er in de loop der jaren op de Noordzee zijn ontstaan, is ook sprake van vele ‘stakeholders’ in relatie tot de diverse activiteiten op de Noordzee, maar ook ‘stakeholders’ die (in)direct met de Noordzee te maken hebben. Het overleg tussen al deze belanghebbenden die stuk voor stuk achter hun eigen belangen staan, is moeilijk te organiseren.

Ook ontwikkelingen in de scheepvaart zelf hebben invloed op de veiligheidsissues, zoals schaalvergroting, steeds snellere schepen, meer (gevaarlijke) lading aan boord, grote aantallen passagiers aan boord van ferry’s en cruiseschepen. Daarnaast is een duidelijke verschuiving zichtbaar op het gebied van scheepsbemanningen aan boord van schepen.Het aantal bemanningsleden aan boord van schepen is in de laatste decennia afgenomen en er is sprake van een shift van Europese naar (goedkopere) Oosterse en Baltische officieren. Navigatiehulpmiddelen en vaargedrag veranderen en last but not least, alhoewel moeilijk aantoonbaar, fatigue (vermoeidheid, red.) bij bemanningsleden speelt mogelijk een negatieve rol. Daarentegen bieden moderne navigatie- en communicatiemiddelen aan boord van schepen, mits correct gebruikt, mogelijkheden voor een veilige vaart.

Ondanks al deze ontwikkelingen en kijkend naar de statistieken is het aantal scheepsongevallen op het Nederlandse deel van de Noordzee lange tijd stabiel gebleven en zelfs iets gedaald. De vraag is echter of deze trend gezien alle ontwikkelingen zo zal blijven. In 2010 en ook begin 2011
zijn we geconfronteerd met een plotselinge toename van significante aanvaringen en ongevallen. Gelukkig liepen alle aanvaringen met een sisser af, vielen er bij de meeste ongevallen geen (dodelijke) slachtoffers en viel de schade aan het milieu mee. Echter de gebeurtenissen beschouwend had een aantal van de ongevallen ook kunnen leiden tot desastreuze gevolgen. De kans op zware incidenten of zelfs rampen is dus wel degelijk aanwezig en moet niet worden onderschat. Het blijft daarom van enorm groot belang om nu en in de toekomst de veiligheidsissues goed te adresseren. Dit zal moeten gebeuren door als overheid en industrie goed met elkaar te communiceren en de veiligheidsissues bespreekbaar te maken.

Alleen dan kunnen adequate maatregelen en procedures worden ontworpen en worden toegepast om de veiligheid op de Noordzee te kunnen blijven garanderen. Dit zal zowel op internationaal als nationaal gebied dienen te gebeuren. Hierbij zullen zaken als routeringsmaatregelen, bemannings-eisen, uitrustingseisen, opleiding, emergency response, etc., etc. aan bod moeten komen. Natuurlijk gebeurt dit al grotendeels, maar alleen verdere en allesomvattende aandacht kan voorkomen dat de recentelijk voorgevallen incidenten in de toekomst geen trend zullen gaan vormen met een mogelijk slechtere afloop en een grotere kans op (dodelijke) slachtoffers en veel schade voor de kuststaat.

Natuurlijk wil en zal de Kustwacht en het Kustwachtcentrum waar mogelijk haar aandeel in deze blijven leveren en waar mogelijk verbeteren!

Bron: Kustwacht, 17 Mei 2011