Nederlands rivierengebied beter beschermd tegen hoogwater

Met het afronden van twee grootschalige waterveiligheidsprogramma’s langs de Maas en de Rijntakken is het rivierengebied weer beter beschermd tegen hoogwater. Minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) stuurde afgelopen vrijdag de evaluatie over deze versterkingsprogramma’s naar de Tweede Kamer. De programma’s Zandmaas/Grensmaas en Ruimte voor de Rivier zijn op tijd en binnen het beschikbare budget van 2,85 miljard euro gerealiseerd.

‘Het rivierengebied is door beide programma’s veiliger geworden en economisch, ecologisch en landschappelijk versterkt. Er is meerwaarde gecreëerd voor bewoners, recreanten, bedrijfsleven en natuur,’ schrijft Van Nieuwenhuizen in de Kamerbrief. Aanleiding voor de ingrijpende aanpassingen was het hoge water in 1993 en 1995, toen het waterpeil in de rivieren gevaarlijk steeg en gebieden in Limburg onder water kwamen te staan.

Betere hoogwaterbescherming, uitbreiding van natuur en verrijking van landschap
Sinds 2006 is hard gewerkt om deze rivierenlandschappen veiliger te maken voor omwonenden. Er zijn geulen gegraven, dijken aangelegd en bruggen gebouwd. Dit gebeurde veelal in samenwerking met lokale overheden, grondeigenaren en ook bewoners. Het doel was niet alleen om te zorgen voor betere hoogwaterbescherming, maar ook voor een uitbreiding van de natuur en verrijking van het landschap.

Ruimte voor rivier en natuur
In het programma Zandmaas/Grensmaas is over een afstand van zo’n 200 kilometer gewerkt aan onder andere rivierverruiming en versteviging van de dijken. Doordat de Maas op verschillende plekken meer ruimte krijgt, ontstaat meer dan 1500 hectare nieuwe natuur. Ook de ruim 30 projecten van Ruimte voor de Rivier zorgen voor betere bescherming tegen hoogwater langs de Waal, Nederrijn, Lek en IJssel en pakken voordelig uit voor recreatie en natuur.