Snelheid speelde een cruciale rol bij kapseizen sleepboot

Hoge snelheden kunnen een risico vormen voor sleepboten bij het tot stand brengen van sleepverbindingen. Dat blijkt uit het rapport dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid vandaag heeft gepubliceerd naar aanleiding van het kapseizen van de sleepboot Fairplay 22 in november 2010. Bij dit ongeluk zijn twee bemanningsleden om het leven gekomen. De Fairplay 22 kwam op de Nieuwe Waterweg in aanvaring met een Roll-on Roll-off passagiersschip en is gekapseisd. De relatief hoge snelheid waarmee op dat moment werd gevaren, heeft een cruciale rol gespeeld bij het ongeval.

Het onderzoek naar het kapseizen van de Fairplay 22 toont aan dat een hoge snelheid (in vaktermen ‘snelheid door het water’) tijdens het tot stand brengen van sleepverbindingen met zeeschepen risico’s met zich brengt voor sleepboten. Hoe hoger de snelheid, hoe sterker de stromingspatronen van het water tussen en rond de schepen. Dit vergroot het risico op aanvaringen. Bovendien hebben de motoren van sleepboten meer restvermogen beschikbaar als er tijdens het tot stand brengen van de sleepverbinding langzamer wordt gevaren. Dit vergroot de mogelijkheden om uit een benarde situatie weg te komen. Het maken van een sleepverbinding is een manoeuvre waarbij de loods of kapitein van zeeschip en de kapitein van de sleepboot nauw samenwerken en goede afspraken moeten maken.

De Onderzoeksraad vraagt in het rapport extra aandacht voor de veiligheidsrisico’s van hoge snelheden tijdens het tot stand brengen van sleepverbindingen. Rederij Fairplay moet bij voorkeur samen met de European Tugowners Association de risico’s in kaart te brengen die zijn verbonden aan het varen dicht bij de boeg van een zeeschip. Daarbij moet expliciet aandacht worden besteed aan de snelheid waarmee door het water wordt gevaren tijdens sleepbootassistenties. De havenmeester van Rotterdam wordt aanbevolen een maximale snelheid door het water vast te stellen voor het veilig tot stand brengen van een sleepbootverbinding en daar strikt op toezien.

Kapseizen Fairplay 22
Op 11 november 2010 werd de Fairplay 22 tijdens onstuimig weer ingezet bij een sleepbootassistentie voor het afmeren van het Roll-on Roll-off passagiersschip Stena Britannica. Dit is een passagiersschip waar ook rollende lading zoals auto’s, busjes of vrachtwagens aan en van boord gereden kan worden. De Fairplay 22 voer aan de voorzijde van het zeeschip om daar de sleeplijn aan te kunnen brengen. De snelheid was op dat moment relatief hoog. De Fairplay 22 kwam in aanvaring met de Stena Britannica en kon niet meer op eigen kracht wegkomen. Daarop helde de sleepboot over bakboord en begon te kapseizen. Doordat de sleepboot niet aan de stabiliteitseisen voldeed en een aantal ventilatieopeningen niet was afgesloten, werd het kapseizen versneld.

Uit het onderzoek van de Raad blijkt dat de Fairplay 22 niet voldeed aan de stabiliteitseisen. De rederij heeft ook niet onderzocht of het nodig was de stabiliteit van haar sleepboten te verbeteren. Het veiligheidsmanagement van rederij Fairplay vertoonde tekortkomingen. Zo was de procedure voor het waterdicht afsluiten van openingen in de praktijk niet uitvoerbaar. Voor het optimaal functioneren van de machinekamer was het noodzakelijk dat bepaalde ventilatieopeningen niet werden afgesloten, terwijl die openingen bij het uitvoeren van sleepbootassistenties wel een risico vormden. De openstaande ventilatieopeningen hebben bij het ongeval het kapseizen van de sleepboot versneld doordat er water naar binnen kon stromen.

Tijdens het onderzoek van de Onderzoeksraad, deed zich op 13 januari 2011 een vergelijkbaar voorval voor met de sleepboot Smit Polen, die tijdens het leggen van een sleepverbinding in contact kwam met het zeeschip en omver werd geduwd. Anders dan bij de Fairplay 22 kon de Smit Polen zich na korte tijd weer op eigen kracht oprichten.

De Onderzoeksraad beveelt rederij Stena aan maatregelen te nemen om de risico’s bij het maken van sleepverbindingen te beheersen. Bovendien moet Stena de veiligheidscriteria zoveel mogelijk vastleggen in de overeenkomsten met sleepbootrederijen.

De minister van Infrastructuur en Milieu dient na te gaan welke mogelijkheden er zijn om de opleiding tot sleepbootkapitein verplicht te stellen voor alle kapiteins die actief zijn op Nederlandse sleepboten en op sleepboten in Nederlandse havens. Op dit moment is een dergelijke opleiding alleen verplicht voor kapiteins van sleepboten met een zeer groot vermogen. De minister moet ook onderzoeken of bij nieuw te bouwen sleepboten een zogeheten Voyage Data Recorder verplicht gesteld kan worden.

De Onderzoeksraad heeft naar aanleiding van het ongeval met de Fairplay 22 onderzoek gedaan naar de stabiliteit van het zusterschip Fairplay 23. Dit heeft geleid tot een tussentijdse aanbeveling aan rederij Fairplay op 29 juni 2011. De Raad heeft daarbij aanbevolen de stabiliteit van de zusterschepen van de Fairplay 23 vast te stellen.

Meer… Onderzoeksraad