Terug in de tijd; Flauwvallende zeebonken

Stoere zeebonken die flauwvielen. Rosemary King herinnert het zich nog goed. Eind jaren vijftig werkte ze op de afdeling Opname, waar ze veel in aanraking kwam met mannen uit de haven. In die tijd had meer dan de helft van de patiënten direct of indirect te maken met het water.

Rosemary herinnert het zich niet goed. “Als er een schip de Rotterdamse haven binnenkwam, dan hadden alle mannen aan boord vaccinatie(s) nodig. Ze stonden in rijen voor de ingang van het gebouw, waar de verpleegsters, zusters en assistenten sliepen. Veel van die stoere zeebonken vielen al in de rij flauw.” Ook werden er veel havenongevallen binnengebracht. Bijvoorbeeld als een havenwerker een vracht over zijn been kreeg. Rosemary: “De mannen werden meteen boven op zaal gelegd zonder dat bekend was wat er met hen aan de hand was. Ik moest de informatie dan weer ergens anders vandaan halen en uitzoeken waar ze werkten en hoe ze verzekerd waren.”

De patiënten kwamen van over de hele wereld. Als je over de verdiepingen liep, dan kwam je Surinamers, Turken, Finnen, Indiërs, Duitsers, Italianen en vele andere nationaliteiten tegen. Nederlands spraken ze niet. Rosemary droeg dan haar steentje bij. “Er waren ook vaak Italiaanse patiënten”, vertelt Rosemary. “De directeur in die tijd, dr. Smitskamp, sprak Italiaans en als hij op vakantie was, dan nam ik de taak als tolk over.”

In de avonden werkte Rosemary ook achter de Receptie. “De voor het Havenziekenhuis kenmerkende persoonlijke sfeer was er toen ook al. Ik kan me nog goed herinneren dat als chirurg Koster ’s avonds visite moest lopen hij in het ziekenhuis aankwam met een paardrijbroek en laarzen.”

In het Havenziekenhuis komen jaarlijks nog steeds zo’n 600 zieke zeelui terecht, dat in 1927 speciaal voor deze doelgroep werd opgericht. Vaak zijn deze patiënten oorspronkelijk afkomstig van de Filipijnen.

Meer… Havenziekenhuis