Van Oord en Shell samen in pilot biobrandstof voor schepen

Van Oord test samen met Shell het gebruik van biobrandstof op de Van Oord vloot. De biobrandstof reduceert de CO2-uitstoot met ruim 40 procent in vergelijking met conventionele scheepsbrandstof. De eerste pilot vindt plaats tijdens een baggerproject in Duitsland op Van Oord’s sleephopperzuiger HAM 316.

De sleephopperzuiger HAM 316 vaart tijdens de reis van Rotterdam naar Cuxhaven en werkt op het Duitse project gedurende de pilot op biobrandstof. De ultra laagzwavelige brandstof voldoet ruimschoots aan de huidige ECA regelgeving. De biobrandstof is een zogenaamde tweede-generatiebiobrandstof en is afkomstig van afvalproducten, zoals gebruikte frituurolie. Het is bovendien ISCC-gecertificeerd, wat inhoudt dat de hele keten door een derde partij is gecertificeerd. De huidige berekeningen tonen aan dat de biobrandstof een effectieve en betaalbare methode is om minder CO2 uit te stoten. De test moet uitwijzen of de brandstof in de praktijk toepasbaar is bij bestaande schepen. De lokale uitstoot van het schip wordt tijdens de werkzaamheden gemeten en na afronding wordt de motor geïnspecteerd.

De scheepvaart staat voor grote duurzaamheidsuitdagingen. In 2050 moet de scheepvaart wereldwijd gemiddeld 50 procent minder CO2 uitstoten dan in 2008. Daarnaast heeft Van Oord de Green Deal ondertekend met als doel een reductie van 70 procent in 2050 ten opzichte van 2008. Van Oord en Shell werken daarom samen om de uitstoot van schepen te verminderen. Beide partijen hebben een overeenkomst getekend om een grootschalige pilot met biobrandstof uit te voeren. Na de pilot wordt gekeken of het gebruik van biobrandstoffen ook op andere schepen kan worden toegepast.