Verladers laken ‘super slow steaming’

Rederijen varen langzamer om overcapaciteit te bestrijden 

Rederijen pakken de overcapaciteit in de containerlijnvaart aan om, in plaats van ‘slow steaming’, aan ‘super slow steaming’ te doen. Verladersorganisatie EVO stelt dat de belangen van de opdrachtgevers voor het goederenvervoer, verladers, hierbij volstrekt worden genegeerd.

Al enige jaren kampt de containerlijnvaart met een enorme overcapaciteit, grotendeels veroorzaakt door de aanhoudende bouw van nieuwe, grotere schepen. Rederijen houden de overcapaciteit op deze manier zelf in stand. Om de overcapaciteit te bestrijden halen rederijen allerlei trucs uit om de vervoersprijzen per container op te drijven – bijvoorbeeld door langzamer te varen (‘slow steaming’).

‘Super slow steaming’
Omdat de overcapaciteit toch aanhoudt, nemen rederijen extra maatregelen. Uit recent onderzoek van onderzoeksbureau Drewry blijkt dat rederijen nu overgaan tot ‘super slow steaming’. Door nog langzamer te varen kunnen rederijen meer brandstofkosten besparen en meer schepen inzetten op dezelfde lijndienst. EVO, belangenbehartiger van bedrijven die goederen te vervoeren hebben, benadrukt dat nog langere doorvoertijden het risico meebrengt dat verladers overstappen op alternatieven, zoals spoor- of luchtvervoer.

Vaartijd
Door ‘super slow steaming’ neemt de vaartijd substantieel toe. De vaartijd van Rotterdam naar Sjanghai bedraagt, mede dankzij ‘slow steaming’, inmiddels ongeveer 38 dagen. Door ‘super slow steaming’ zal de vaartijd met nog eens vijf dagen toenemen, met als gevolg dat de kosten voor verladers verder stijgen. EVO roept de containerlijnvaartrederijen dan ook op om dit onderwerp van gesprek te maken in hun contractsonderhandelingen met verladers en expediteurs.

Meer… EVO