Volgende stap in aanpak ontgassen

VarendOntgassen

Gedeputeerde Staten hebben op 28 oktober 2014 de wijziging van de Provinciale Milieuverordening (PMV) vastgesteld. Dit is een volgende stap om ervoor te zorgen dat het verbod op varend ontgassen van benzeen op 1 januari 2015 in kan gaan. Dit verbod moet verder voor het ontgassen van benzeenhoudende producten (10% benzeen of meer) op 1 januari 2016 ingaan. Provinciale Staten (PS) moeten allereerst nog instemmen alvorens het verbod in kan gaan.

Maatregelen
De provincie werkt aan een schonere binnenvaart. Vanuit het Provinciaal Actieprogramma Luchtkwaliteit en vanuit de subsidieregelingen binnenvaart probeert zij binnenvaartschepen schoner en zuiniger te maken door subsidie voor nieuwe technologieën, zoals walstroom, LNG en katalysatoren en door informatieverstrekking over de toepassing van die technologieën. Het ontgasverbod vormt een onderdeel van het schoner maken van de binnenvaart.

Handhaving
Na instemming van PS zal het vanaf 1 januari 2015 verboden zijn om tijdens de vaart benzeen te ontgassen. Op 1 januari 2016 is het ontgassen van benzeenhoudende producten (10% benzeen of meer) ook verboden. Overtredingen kunnen worden geconstateerd wanneer de documenten niet op orde zijn, zoals het niet geregistreerd blijken van ontgassingen. Toezichthouders kunnen ook fysieke controles uitvoeren op een binnenvaartschip. Wanneer sprake is van een overtreding, dan wordt daarop strafrechtelijk gehandhaafd door de daartoe bevoegde instanties.

Ontgassen
Nadat schippers hun lading hebben gelost is het soms nodig om de ruimten te ontdoen van restanten van die lading. Waar het vluchtige stoffen betreft wordt dit vaak gedaan door het varend ontgassen van het schip. De ruimten zijn dan weer schoon en klaar voor de volgende lading. De dampen die vrijkomen bij ontgassen zorgen voor overlast en kunnen schadelijk zijn voor de omgeving. Met dampopvanginstallaties kunnen schepen gecontroleerd worden ontgast.

Handen ineen
Het verbod – dat via de wijziging van de Provinciale Milieuverordening mogelijk wordt – vloeit voort uit een afspraak tussen de provincie Zuid-Holland, het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de provincie Noord-Brabant en de gemeente Rotterdam. Op 12 mei 2014 hebben deze partijen overeenstemming bereikt over de uitwerking van een samenhangend pakket van internationale, nationale, regionale en lokale maatregelen. De maatregelen bestaan enerzijds uit een convenant van het ministerie van Infrastructuur en Milieu met het bedrijfsleven op nationaal en regionaal niveau en anderzijds uit verbodsbepalingen in internationale, nationale, regionale en lokale regelgeving.