Eén organisatie moet baas zijn bij ramp op zee

Terschelling – Er moet een centrale organisatie komen, die bij eventuele scheepsrampen de coördinatie in handen heeft. Nu zijn er zoveel besturen en instanties op zeevaartgebied, dat het niet duidelijk is wie de leiding heeft bij een ramp.


Dit is de voornaamste conclusie van het rapport Zwart Getij. Een congres onder die naam werd in maart op Terschelling gehouden naar aanleiding van de olieramp met de tanker Prestige bij Spanje. Gisteren overhandigden de organisatoren M. Kosters en VVV-directeur P. Winter, het eindverslag in Leeuwarden aan de burgemeesters van de vijf waddeneilanden.

 

Met de bestaande wet- en regelgeving voor het waddengebied loopt adequate rampenbestrijding gevaar door gebrek aan coördinatie. Een centrale organisatie met prealabele bevoegdheden lijkt noodzakelijk. Procedures en regelgeving voor een rampenbestrijding die op het land gelden, zijn vaak niet toepasbaar op het water. Ook het Regionaal Coördinatiecollege Waddengebied heeft eerder dit jaar geconcludeerd dat er één rampenplan moet komen voor het Waddengebied. Mogelijke rampscenario’s kunnen geoefend worden in de simulators van het Willem Barentz instituut op Terschelling, aldus Zwart Getij.

Tijdens het congres werd door Rijkswaterstaat erkend, dat voor de opruiming van olieverontreiniging in het waddengebied onvoldoende middelen en schepen beschikbaar zijn. De Regionale Brandweer Fryslân heeft geen eigen vaartuig en is aangewezen op derden.

Bron: Friesch Dagblad, 01-05-2003;