Waddentocht per roeisloep een succes

Woensdagmiddag 6 juli kwam de kleine open sloep Delphine de Eemshaven binnen. In de sloep zaten zes roeiers en een stuurman, die hiermee hun tocht over het Nederlandse Wad beëindigden. Zes dagen eerder waren zij vertrokken vanuit Den Helder, om vervolgens iedere dag een eiland verder te roeien. Het is voor het eerst dat een roeisloep zonder hulp van een volgboot en alleen op spierkracht dit presteert.
Zware tocht
Het varen op het Wad is een kunst apart. Vooral de stroom en de ondieptes maken een goede planning noodzakelijk. “Onze sloep is maar klein en we moesten aan het eind van iedere dag weer bij de volgende haven zijn. De harde Noordwesten wind heeft ons niet geholpen, maar toch hebben we het gehaald!” aldus Ron Straver die de route heeft uitgewerkt. Op sommige stukken stond maar 40 cm water. Wanneer het té ondiep werd, stapte een roeier uit en sleepte de sloep verder over het wantij. Bij vertrek uit Noordpolderzijl moest het team door de ondiepe geul roeien, de bladen schepten de modder naar achteren. De stroom heeft ook veel invloed gehad. Straver: “Onder normale omstandigheden kunnen we roeiend een snelheid van 8 km/uur halen. Maar tegen wind en stroom in bleef er soms maar 4 km/uur over”. Vooral de oversteek van de zeegaten tussen de eilanden in kostte de roeiers veel moeite.
Prachtig gebied
Per dag moest vier, soms vijf uur geroeid worden. Het team kwam maar weinig andere scheepvaart tegen, door het slechte weer bleven veel zeiljachten in de haven. Wel kreeg de sloep bezoek van vele zeehonden. “We maakten er een wedstrijd van wie de meeste zeehonden zag, ze steken nieuwsgierig hun kop op maar zijn ook weer zo weg”. De Waddenzee is een prachtig gebied om doorheen te roeien. Vooral de passage van verschillende zandplaten is mooi, veel zeehonden en vogels gebruiken deze tijdelijke eilanden om wat te rusten.
Hartelijke eilanders
De bemanning roeide vooral van jachthaven naar jachthaven. Maar ook werd afgemeerd aan vissteigers bij De Cocksdorp (Texel) en Lies (Terschelling). Onderweg werd gekampeerd, het team had alles mee aan boord. Op de eilanden werden de roeiers vaak geholpen door hartelijke mensen. Zo hielp de eigenaar van camping Stortemelk op Vlieland met het heen en weer brengen van de bagage. Op Terschelling mochten de roeiers overnachten in de schuur van Klaas en Hitty Pals. En bij Ameland werd de sloep ingehaald met een admiraalsgroet (riemen omhoog) door het Amelander Roeiteam in hun eigen sloep Haal an Antje.

Taaie roeiers
Floris de Graad, Hans Doornebos, Remco Klomp, Jacob Vorenkamp, Carel Bolt en Ron Straver roeien bij Daventre Portu uit Deventer. Als echte rivierroeiers zijn zij gewend aan stromend water, maar het roeien op de golven van de Waddenzee was extra moeilijk. Dick Ursinus en Rosanne Kroes roeien bij de Port of Rotterdam. Op de Maas kan het ook behoorlijk woeilig zijn. Maar de echte Wadroeiers komen uit Harlingen en van Ameland: Jan Jetze Zandstra en Ysbrand de Jong trainen wekelijks op het Wad. Stuk voor stuk vonden ze het zwaar, hoe goed je ook getraind bent het blijft een enorme krachtsinspanning. Maar het was een geweldige ervaring. Over twee jaar denkt Straver een volgende tocht te organiseren over de Duitse Wadden. Iedereen wil dan weer mee.
Kijk voor het reisverslag zelf op www.wadroeien.blogspot.com.
Sloeproeien in Nederland
Deze nog jonge sport is pas in 1975 gestart met de eerste editie van de Harlingen-Terschelling race. Inmiddels zijn er in Nederland ca. 200 verenigingen en roeiteams, met in totaal zo’n 2400 roeiers en stuurlieden. Jaarlijks worden er 20 verschillende wedstrijden geroeid door heel het land. Er wordt in verschillende klassementen gevaren, het sterkste team wordt Nederlands kampioen. Meer informatie is te vinden op www.federatiesloeproeien.nl en www.sloeproeien.nl

Bron: Wadroeien, 11-07-2011;