Herstel en ontwikkeling zoet-zoutovergangen essentieel voor Waddenzee

Duurzaamheid

Alle functies die zoet-zoutovergangen kunnen vervullen, moeten opnieuw en in voldoende mate een kans krijgen in het Waddengebied. De Raad voor de Wadden adviseert dit aan de Minister van LNV in zijn advies ‘Zoet-zout, kansen voor herstel van zoet-zoutovergangen in het Waddengebied’. De Raad vindt het voornemen om één extra zoet-zoutovergang per stroomgebied te realiseren geen juist uitgangspunt. In het Waddengebied komt meer dan één type zoet-zoutovergang voor, die allemaal een andere bijdrage leveren aan het functioneren van de waddennatuur. Herstel en verdere ontwikkeling van deze zoet-zoutovergangen is essentieel voor een goed en zo natuurlijk mogelijk functioneren van de Waddenzee.

Zoet-zoutovergang bij het IJsselmeer
Het IJsselmeer biedt volgens de Raad voor de Wadden de beste mogelijkheden voor het herstel van een estuariene overgang. Door de inrichting van een brakwaterzone aansluitend op de Afsluitdijk wordt de verbinding tussen het stroomgebied van de Rijn en de Waddenzee hersteld. Hoewel onbekend is hoeveel een dergelijke inrichting zal gaan kosten, is de Raad optimistisch over de mogelijkheden. Vooral nu juist ook allerlei andere initiatieven in en rond het IJsselmeer volop in de belangstelling staan. De Raad adviseert om de haalbaarheid van een integraal project in dit gebied te onderzoeken. Naast een zoet-zoutovergang zouden daar ook het versterken van de Afsluitdijk, het realiseren van extra spuicapaciteit, de mogelijkheden voor energiewinning op het grensvlak van zoet en zout water en de recreatieve ontwikkeling van het IJsselmeer in moeten worden meegenomen.

Andere locaties die in het stroomgebied van de Rijn liggen, zijn volgens de Raad niet in te richten als estuaria. Het Lauwersmeer, Noard-Fryslân Bûtendyks en het Amstelmeer hebben echter wel andere potenties, die voor de gebieden zelf en de waddennatuur van belang zijn.

Natuurlijke overgangen op de eilanden
De meest natuurlijke overgangen zijn te realiseren op de eilanden. De Raad meent dat op de buitendijks gelegen oostpunten ingezet kan worden op herstel van zoet-zoutovergangen. Dit leidt bovendien tot verbetering van verouderde kwelders.

Veiligheid en draagvlak
Duurzame bescherming tegen het water staat voorop en daarom stelt de Raad de veiligheid van het achterland als absolute randvoorwaarde. Om meer draagvlak te krijgen voor het ontwikkelen en herstellen van zoet-zoutovergangen adviseert de Raad een gefaseerde uitvoering van projecten. Goede communicatie en het nauw betrekken van de directe omgeving zijn daarbij essentieel.

Bron: Raad voor de Wadden, 31-03-2008;