‘Wadonderzoek deugt niet’

Groningen Onderzoeken van ministeries naar de Waddenzee deugen niet. De onderzoeken komen te laat en behappen slechts de korte termijn. Ook wordt veel te weinig aandacht besteed aan de oorzaken van ziektes en virussen. De verschillende instanties die onderzoek verrichten naar de Waddenzee, moeten bovendien beter communiceren.


Dat constateert W. Wolff, professor in de mariene biologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. De hoogleraar heeft enkele honderden onderzoeken over het zeegebied naast elkaar gelegd.

Volgens Wolff komen onderzoeken naar ziekten en virussen altijd te laat. De opdracht om een onderzoek uit te voeren komt pas als er dode zeehonden of eidereenden gevonden worden. De deskundige zou liever zien dat al van tevoren op ontwikkelingen zou worden ingespeeld. Op die manier zouden rampen in de Waddenzee wellicht voorkomen kunnen worden.

 

Volgens de hoogleraar moeten onderzoekers minstens tien tot vijftien jaar vooruit denken en niet alleen maar reageren op incidenten, zoals dat nu wel gebeurt. Onderzoek naar incidenten, zoals dat naar de eidereendensterfte, is wel nuttig, maar volgens Wolff zou er meer voorrang moeten komen voor voorbereidingen op mogelijke rampen in de toekomst.

 

Onderzoekers die wél meer fundamenteel onderzoek doen in zeegebieden, kijken weer niet of hun werk ook nuttig is voor de Waddenzee. Volgens Wolff ligt hun prioriteit bij vernieuwend onderzoek, waardoor de Waddenzee geen bijzondere voorrang krijgt. Deze onderzoeken kunnen net zo goed in andere zeeën verricht worden.

Bron: Friesch Dagblad, 10-04-2003;