Chartervaart vraagt om extra steun

De branchevereniging voor beroepschartervaart BBZ heeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat in een brief om hulp gevraagd. Volgens BBZ is een noodfonds dringend nodig omdat de chartervaart ook hard getroffen wordt door de coronacrisis. Door alle geannuleerde boekingen liggen alle schepen stil en zijn veel schepen in financiële problemen. En met het vooruitzicht op de 1,5 meter economie lijkt het varen voor de rest van het jaar onmogelijk.

Oostvogel Foto, Coco Kossmann

Het steunpakket van de overheid brengt wel verlichting maar is niet voldoende om de vloot overeind te houden. Het bekendste deel van de chartervaart is de Bruine Vloot, dat zijn zo’n 300 historische tjalken, klippers en aken die met betalende passagiers op de Nederlandse binnenwateren en ihet Wad varen. Ook de zeeschepen en Tall Ships zoals de ‘Oosterschelde’ en de Bark Europa zijn schepen die tot de chartervaart behoren. In totaal telt de sector ongeveer 400 schepen.

In de chartervaart wordt voornamelijk in de zomermaanden gevaren met betalende passagiers en worden de wintermaanden ingevuld met het onderhouden van het schip, veiligheidskeuringen en trainingen voor de bemanning. De jaaromzet van de sector is zo’n 65 miljoen euro.

Een andere zorg van vereniging is dat de schepen ook zullen verdwijnen mochten deze ondernemers failliet gaan. En daarmee zullen ook de Nederlandse havens aan aantrekkingskracht verliezen volgens BBZ. De toeristische activiteit neemt af en toeleveranciers, vakopleidingen, gespecialiseerde werven en ambachtslieden worden ontzettend kwetsbaar.