Lucht onder schepen, een eeuwenoude techniek

De Scandinavische volkeren, de Zweden (Varaegers), de Noren (Noormannen) en de Denen (Danen), samengevat als Vikingen, maakten in de oudheid al gebruik van lucht onder schepen, bewust of onbewust.

Dat deze techniek na het Scandinavische bewijs nog steeds niet in hergebruik is en tevens de steeds hoger wordende olieprijzen en afnemende oliereserves in ogenschouw nemende, gaf Hankap omstreeks het jaar 1995 de impuls om een efficiente en economisch haalbare oplossing te zoeken. Hankap kwam met een nieuw scheepsmodel dat met luchtgesmeerd wordt.

Bij langzaam varende schepen (ongeveer 20 km/uur) is 80% van de weerstand wrijvingsweerstand. De bodemweerstand is groter dan de weerstand aan de zijden van een schip, deze steekt het diepst en bij 10 meter diepte is de tegendruk 1 atmosfeer of bar (het water probeert met 1 kilo per vierkante centimeter de bodem van het schip naar boven te drukken). Door de toepassing van onze innovatieve techniek te gebruiken wordt de weerstand aan de bodem met 60 tot 75% verminderd. Rekening houdende met de weerstand aan de scheepszijden zal de totale weerstand tussen de 30 en 50% minder zijn. Dit levert een minimale energie- en tijdwinst op van 10%, het maximum percentage is nog niet vastgesteld maar belooft wel veel.

Kruissnelheid is het hoogst mogelijk aantal zeemijlen per uur tegenover een redelijk brandstofgebruik. Verhogen we de kruissnelheid met 1 mijl/uur dan wordt er 21% extra brandsof verbruikt.

Bron: Hankap Innovations, 22-01-2008;