Sneller de Rotterdamse haven door met het Barge Service Center

Havenkramergroup-43web

Bundeling van kleinschalige containerstromen op een Barge Service Center (BSC) biedt duidelijke voordelen voor binnenvaart en containerterminals in de Rotterdamse haven. Dat blijkt uit een recente studie door Mercator Novus in opdracht van het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart (CBRB) en de Kramer Group.

In 2014 komen op de Tweede Maasvlakte twee nieuwe containerterminals in bedrijf: APMT2 en RWG. Het aantal containerterminals en het aantal aanlooppunten voor de binnenvaart verdubbelt nagenoeg. Dit levert extra logistieke vraagstukken op. Binnenvaartschepen moeten dan meer terminals langs en lopen zo sneller vertraging op. Containerterminals moeten meer kleine plukjes containers afhandelen. Bij het verwerken van kleine aantallen containers stijgen de kosten per container substantieel, zowel voor de binnenvaart als voor de containerterminals.

Een Barge Service Center kan containers van een binnenvaartschip die bestemd zijn voor verschillende containerterminals, in één keer lossen, waarna containers over land naar de omringende containerterminals worden gebracht. Deze manier van werken geeft binnenvaartschepen beter te plannen afvaarten met minder vertragingen. Containerterminals vermijden ongunstige kleine overslagaantallen per binnenvaartschip.

Het onderzoek, uitgevoerd door Mercator Novus, analyseert de kosten van toenemende versnippering en de besparing die een Barge Service Center kan opleveren. Daaruit blijkt dat bundeling gunstig uitpakt: de besparingen in de keten wegen op tegen de extra behandelingskosten.

Een Barge Service Center (BSC) maakt de binnenvaart ook aantrekkelijker voor verladers, doordat er via het BSC in principe een dagelijkse dienst op alle containerterminals mogelijk is. Verder is het een neutrale oplossing: het vraagt geen ingewikkelde samenwerking tussen concurrenten.

Tot slot kan een Barge Service Center op korte termijn starten en is het goed te integreren met andere initiatieven, zoals centrale planning in de binnenvaart. Partijen in de Rotterdamse haven werken binnen het project Nextlogic aan efficiëntere afhandeling van de containerbinnenvaart. Deelname van een Barge Service Center aan Nextlogic draagt bij aan verdere optimalisatie.

Uit het onderzoek komt de Rotterdam Container Terminal (RCT) van de Kramer Group naar voren als een kansrijke locatie om een Barge Service Center te exploiteren. De RCT heeft ruime ervaring met afhandeling van binnenvaartschepen en inter-terminal transport. Tussen Hartel- en Amazonehaven is de RCT centraal gesitueerd ten opzichte van de containerterminals, op zowel Maasvlakte 1 als 2.

Omdat de twee nieuwe containerterminals snel in bedrijf komen, streven het CBRB en de Kramer Group ernaar met betrokken partijen (Havenbedrijf, containerterminals en binnenvaart) op korte termijn afspraken te maken over exploitatie en ontsluiting van een BSC.

OVER DE KRAMER GROUP
De Kramer Group is een Rotterdams familiebedrijf, ruim veertig jaar geleden opgericht door Marcel Kramer senior. De onderneming is actief in vrijwel alle onderdelen van de containerdienstverlening. Bij de uitbreiding van de overslagcapaciteit op zowel de huidige Maasvlakte 1 als op Maasvlakte 2 ambieert de Kramer Group door een kwalitatief hoogwaardige dienstverlening bij te dragen aan een optimale containerlogistiek.

OVER CBRB
Het CBRB is een brancheorganisatie voor de binnenvaart, en vertegenwoordigt het overgrote deel van de containerbinnenvaart operators. Ongeveer 90% van het containerbinnenvaartvolume op de Rijn en op het Rotterdam-Antwerpen-traject wordt georganiseerd door barge operators die bij het CBRB zijn aangesloten. Daarnaast vormt het CBRB samen met de VITO, waarbij vooral de containerbinnenvaart binnen Nederland is aangesloten, het samenwerkingsverband LINC. LINC vertegenwoordigt daardoor zo’n 90% van de totale containerbinnenvaart in geheel noord-west Europa.

Meer… BSC