Scheepsbouw positief over export

Bijna 60% van de Nederlandse scheepsbouwsector verwacht in 2011 een sterke groei van de export. Die groei komt naar verwachting voornamelijk uit opkomende landen zoals China, Brazilië, India en Rusland. Grote Europese markten zoals Duitsland blijven belangrijk, maar dragen relatief minder bij aan de groei. Als meest kansrijke sectoren worden genoemd de offshore, baggersector en werkschepen. Deze conclusies komen uit de exportenquête 2011 van Scheepsbouw Nederland.

De enquête is gehouden onder 480 werven en toeleveranciers. De respons was met 53% hoog. Internationaal zakendoen is voor ondernemers in de scheepsbouwcluster dan ook van groot belang. Bijna driekwart van de bedrijven is internationaal actief. Export is bij deze bedrijven goed voor bijna twee derde van de omzet.

De meeste bedrijven exporteren direct vanuit Nederland of via een agent. Ruim een derde van de bedrijven heeft een eigen vestiging in het buitenland en bijna een kwart heeft een strategische samenwerking met een buitenlandse partner. Internationaal ondernemen betekent voor ruim 40% van de bedrijven ook het inkopen van onderdelen uit het buitenland.

In het onderzoek worden de volgende groeilanden en -segmenten geïdentificeerd:
•Segmenten met de grootste groeipotentie zijn de offshore, baggersector en de markt voor werkschepen en superjachtbouw. Dit zijn ook nu al de markten waarin veel Nederlandse bedrijven zijn gespecialiseerd en een concurrentievoordeel hebben ten opzichte van buitenlandse firma’s. De strategie van veel bedrijven is om zich nog sterker te gaan richten op innovaties en het bieden van totaaloplossingen voor de klant.

•De lijst met landen waarnaar de export de komende jaren kan groeien, wordt sterk gedomineerd door de zogeheten BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India, China). Toch staat Duitsland op de lijst met groeilanden nog steeds op een prominente derde plaats. Duitsland is niet alleen één van de grotere scheepsbouwlanden in Europa, het heeft ook een grote vloot en kent veel maritieme toeleveranciers aan welke Nederlandse bedrijven op hun beurt weer toeleveren.

•Andere landen die door maritieme exporteurs als groeilanden worden gezien, zijn Noorwegen, de VS, Singapore, Turkije en Denemarken.

Veel van de internationaal actieve bedrijven uit de Nederlandse maritieme sector voeren een behoedzame expansiestrategie. Bedrijven zeggen verder te willen focussen op de huidige exportmarkten en bestaande buitenlandse klanten, maar combineren dit met het betreden van veelbelovende nieuwe buitenlandse markten. Veel van de opkomende maritieme markten zijn voor specialistische scheepsbouwkennis, geavanceerde schepen en apparatuur afhankelijk van import uit het Westen. Dit biedt kansen voor Nederlandse leveranciers.

In de als groeiland aangeduide bestemmingen is het niet altijd makkelijk zaken doen. Zo worden in de BRIC-landen nationale bedrijven veelal bevoordeeld boven buitenlandse bedrijven, en is de veilige transfer van technologie , met respect voor (intellectuele) eigendomsrechten, niet altijd gewaarborgd.
In zijn algemeenheid lijkt te gelden: het zakelijk potentieel van de BRIC-landen voor Nederlandse maritieme exporteurs is groot, maar moet door de landen zelf én de bedrijven nog grotendeels worden gerealiseerd.

Level Playing Field
Van de overheid verwachten bedrijven dan ook een verbetering van de Nederlandse concurrentiepositie en het bewerkstelligen van een Level Playing Field. Daarnaast hebben maritieme ondernemingen behoefte aan (markt)informatie en zouden ze graag zien dat buitenlandse posten meer functionele informatie en netwerkgelegenheden aanbieden.

De uitkomsten van de enquête worden door Scheepsbouw Nederland gebruikt voor de vormgeving van het exportbeleid voor de komende jaren.

Bron: Scheepsbouw Nederland, 26-01-2011;